Borstvoeding is een goede start voor je kind. Moedermelk bevordert een gezonde groei en ontwikkeling en beschermt bovendien tegen veel ziekten.

Uit onderzoek blijkt dat kinderen die borstvoeding krijgen:

  • Beduidend minder vaak en ernstig ziek zijn dan kinderen die gemengde voeding of uitsluitend kunstvoeding krijgen. 
  •  Beschermd worden tegen allergische aandoeningen. 

Ook voor de moeder is borstvoeding geven goed:

  • De baarmoeder herstelt zich sneller. 
  • Er is ook een beschermend effect aangetoond tegen botontkalking en eierstok- en borstkanker als een moeder geruime tijd borstvoeding heeft gegeven.

Handige links:

Borstvoeding 

Samenwerkende borstvoedingsorganisaties

Lactatiekundige

Het is heel belangrijk de baby direct vanaf het begin goed aan te leggen. De borstvoeding komt goed op gang als je probeert binnen één of twee uur na de geboorte de baby de eerste voeding te geven.

Wanneer de baby de eerste dagen de kans krijgt zoveel mogelijk te drinken (acht tot twaalf keer per dag), komt de melkproductie sneller op gang en voorkom je ernstige stuwing.

ADVIES:

  • Zorg dat je prettig en ontspannen ligt of zit.
  • Breng de baby met zijn neusje ter hoogte van de tepel.
  • De baby moet met zijn hoofd en lichaam op één lijn met zijn buik tegen je aan liggen, zodat hij zijn nek niet hoeft te draaien bij het happen naar de tepel.
  • Hij ligt dicht tegen je aan met zijn kin tegen de borst.
  • Steun je borst eventueel met een open hand.
  • Strijk met je tepel langs zijn lipjes, dan zal hij zijn mond wijd openen en zijn tong een beetje uitsteken.
  • Zorg dat hij met zijn mond wijd open de tepel en een gedeelte van de tepelhof in zijn mond neemt.
  • Soms moet een kind een aantal keer opnieuw happen om de borst goed in zijn mond te krijgen.

Wanneer de baby de borst goed in zijn mond heeft, zijn de lipjes naar buiten gekruld en zijn tong is onder de borst. Je kan hem regelmatig horen slikken. Borstvoeding mag nooit pijn doen! Je mag een trekkend gevoel ervaren, maar pijn hoort daar niet bij! Dit is meestal een teken van foutief aanhappen / aanleggen.

De baby zal beginnen met in een snel ritme oppervlakkig te zuigen. Zo wekt hij de toeschietreflex op. Dit kan de eerste dagen wat vervelend voelen. Zodra de melk stroomt, zie je dat hij grotere slokken gaat nemen, zijn hele kaak beweegt en je hoort hem slikken. Korte pauzes zijn niet erg. Aan het eind van de voeding worden de pauzes langer en het zuigritme verandert. Je ziet dan geen grote kaakbewegingen meer, maar kleine korte bewegingen alleen met zijn mond. Je kunt het vacuüm verbreken door voorzichtig met je pink in zijn mondhoek te duwen. Trek nooit de baby van de borst. Vaak valt een baby aan het einde van de voeding in slaap en laat hij zelf de borst los. Houd hem overeind voor een boertje en biedt eventueel een tweede borst aan.

Stuwing is een verschijnsel dat op de derde tot vierde dag optreedt door het vollopen van de borsten met melk. De bloedvaten gaan ook extra werken om de ingrediënten voor de melk aan te voeren. De borsten kunnen dan hard en vol aanvoelen. Dat kan pijnlijk zijn. Door ze regelmatig goed leeg te laten drinken zal de stuwing verminderen en binnen één à twee dagen verdwijnen.

In 99% van de gevallen komt het ontstaan van tepelkloven door foutiel aanhappen / aanleggen. Zorg dus altijd voor extra begeleiding bij het aanleggen van je kind. Laat na de voeding de borst goed aan de lucht drogen voordat je je bh weer aandoet. Soms helpt het een druppel borstvoeding op de tepel te smeren voordat je deze laat drogen.

Andere tips: Mothermates, Bepanthen, Purelan en tarwekiemolie.

Wij adviseren je (alleen bij borstvoeding!) om vanaf de 8ste dag tot de 3de maand de baby vitamine K bij te geven. Deze haal je bij de drogist. Ook dienen alle kinderen (dus ook kinderen die kunstvoeding krijgen) vanaf dag 8 10microgram vitamine D extra te krijgen. Borstvoedende moeders mogen zelf ook vitamine D extra gebruiken; wij adviseren 10 mcg per dag totdat je stopt met borstvoeden.

Het consultatiebureau adviseert je over andere supplementen die je baby nodig heeft in de periode na de kraamtijd.

Tijdens de kraamweek wordt je begeleid door de kraamverzorgster en de verloskundige bij het geven van borstvoeding. Soms is deze hulp niet toereikend. We kunnen dan de hulp van een lactatiekundige inschakelen. Zij is gespecialiseerd in borstvoeding. Bij ons in de praktijk is lactatiekundige Jessie van Dijk werkzaam.

Zij geeft een borstvoedingscursus en eén keer in de twee weken is Jessie op onze praktijk voor een inloopspreekuur. Dit inloopspreekuur is op maandag ochtend van 10:00 uur tot 12:00 uur. Iedereen is hier welkom voor advies bij borstvoeding. Het inloopspreekuur is gratis.

Kijk op haar website voor meer informatie:

www.praktijkjessie.nl

Vers:

  • opgewarmd: 1 uur
  • kamertemperatuur: 5 -10 uur
  • tot 5 dagen in de koelkast (5 graden)
  • bij -15 graden 3-6 maanden
  • bij -20 graden 6-9 maanden

Ontdooid:

  • Opgewarmd: 1 uur
  • kamertemperatuur: 1 uur
  • tot 24 uur in de koelkast


Het is niet voor iedereen mogelijk om borstvoeding te geven en sommige vrouwen hebben zelf voorkeur voor het geven van flesvoeding.

Op de verpakking staat precies vermeld hoe je kunstvoeding kan klaarmaken maar volg niet de aanwijzingen met betrekking tot de hoeveelheid. Deze moet rustig worden opgebouwd net als bij borstvoeding; dus op de eerste dag start je met 10 cc. De kraamverzorgende en wij zullen je daarover informeren.

Het is mogelijk bij de huisarts een recept te vragen voor medicatie (Dostinex) die helpt de stuwing te voorkomen of te verminderen. Deze medicijnen hebben wel flinke bijwerkingen, laat je hierover goed informeren.